De Thuja plicata Martin is onder verschillende namen bekend. De Westerse benamingen zijn Reuzenlevensboom Martin of wel Levensboom plicata Martin. De botanische naam van deze conifeer is Thuja plicata Martin.
De Reuzenlevensboom Thuja plicata was een gigantische boom
De Thuja plicata vindt zijn oorsprong in Noord-Amerika en is naar Europa gehaald als sierboom. Ook in de Azië komen levensbomen van nature voor, maar de bomen die in Nederlandse tuinen te vinden zijn, zijn van Amerikaanse oorsprong. De Thuja plicata groeit erg goed in ons klimaat en kan als solitairboom een hoogte bereiken van wel 40 meter. Van de Thuja zijn veel verschillende soorten gekweekt. De type Thuja occidentalis stamt af van de Amerikaanse soorten, en betekent “uit het Westen”.
De geschiedenis van de Thuja
De naam Thuja is afgeleid van het Griekse “thuo”, dat offeren betekent. Doordat verbranding van de conifeer een aangename geur verspreidt, werd de Thuja gebruikt bij offerrituelen.
In het verleden werd deze conifeer door de indianen gebruikt om houten gereedschap mee te maken. De levensboom werd ook gebruikt om een medicijn van te maken tegen scheurbuik. De Franse zeeman, Jacques Cartier, kon met behulp van dit medicijn zijn bemanning redden. Dit heeft deze conifeer de naam levensboom opgeleverd. De levensboom was de eerste Amerikaanse conifeer die werd meegenomen naar Europa. Eenmaal hier werd de levensboom al snel zeer populair.
